Vrijheid en je eigen ding doen

2 december 2021
Helena Menten
Helena, Tim Tierens en Ferre Verschueren

Tim Tierens is een gekende persoonlijkheid in zijn omgeving. Een man die naast het ondernemen ook een uitgesproken mening heeft over de absurde regels die meer en meer ingang vinden in de land- en tuinbouw. Tim is kleinzoon van een landbouwer en dat bloed stroomt nog steeds door zijn aderen. Een ondernemer met het hart […]

Tim Tierens is een gekende persoonlijkheid in zijn omgeving. Een man die naast het ondernemen ook een uitgesproken mening heeft over de absurde regels die meer en meer ingang vinden in de land- en tuinbouw. Tim is kleinzoon van een landbouwer en dat bloed stroomt nog steeds door zijn aderen. Een ondernemer met het hart op de juiste plaats.

TractorPower: ‘Waarom zette je destijds de stap van werknemer naar zelfstandige?’

Tim Tierens: ‘Ik werkte in de chemie en de mentaliteit in de grote chemiebedrijven lag mij niet meer. Een zestal jaar geleden kwam meer en meer de drang op om voor mezelf te beginnen. Ik voelde van mezelf dat ik niet kon functioneren in een job waar ik weinig tot geen inspraak had. Je ding kunnen zeggen en doen is zeer belangrijk voor mij. In het begin ben ik gestart met kleinere tuinwerken en kleine machines. Maar ik voelde dat er na drie jaar meer kriebels waren om meer met de grotere machines aan de slag te gaan. Daarom besloot ik drie jaar geleden om ook in het grondverzet mee te rijden. De afwisseling tussen grondverzet en landbouwgerelateerde activiteiten zorgen voor een goede afwisseling.’

TP: ‘Vanwaar kwam de ambitie om zelfstandig te starten?’

Tim: ‘Mijn vader komt uit een landbouwersfamillie. Eén nonkel boert in Frankrijk, een andere werkt voor een firma die koeienrassen verkoopt en een andere nonkel werkte voor een loonbedrijf in de streek waar ik vroeger in het hoogseizoen ging meerijden. Twee van deze nonkels hadden in het begin van de tachtiger jaren zelf een loonbedrijf dus laten we zeggen dat het toch wel in ons DNA zit. Ik ben ook blij dat ik deze passie en vooral interesse bij mijn zonen kan terugvinden. Dat maakt je toch wel een fiere papa. Zeker als ze dezelfde voorliefde voor hetzelfde trekkermerk hebben overgeërfd (lacht).’

TP: ‘Maar voor je zelfstandig werd, werkte je in de chemie?’

Tim: ‘Ik heb ongeveer 17 jaar in verschillende chemiebedrijven in de haven van Antwerpen gewerkt. Op zeer jonge leeftijd kreeg je daar een aantrekkelijk loon waar je op dat moment enkel kon van dromen en dus twijfelde ik niet lang om erin te stappen. Ik werkte toen vooral in shiften waardoor ik op zeer jonge leeftijd aan lange nachten of dagen gewend ben geraakt. Ik koos er toen al voor om mijn verlof grotendeels op te sparen om in de drukkere seizoenen in het loonwerk mee te rijden. Het was dus niet echt opeens van het ene naar het andere, maar eerder een soort van opbouw van mijn passie naar mijn werk.’

TP: ‘Heb je dan ook iets in die richting gestudeerd of is dit puur passie?’

Tim: ‘Ik heb tijdens mijn jonge jaren elektronica gestudeerd. Maar al vrij snel voelde ik dat de schoolbanken mij niet wijzer of gelukkiger zouden maken. Ik was toen vooral aan het aftellen naar het hoogseizoen zodat ik weer kon meerijden in de maïs of het gras. Dat was voor mij echt genieten. Al van kleins af aan had ik maar één grote interesse en dat zijn landbouwmachines. Machines zijn altijd al een passie geweest, in welk formaat dan ook. Als je in de vitrinekast in mijn living kijkt, kan je zo goed als alles terugvinden waarmee ik gewerkt heb, weliswaar in een kleiner schaalmodel.’

TP: ‘Wie is je cliënteel en werk je vooral lokaal of eerder over heel België?’

Tim: ‘In het begin lag de focus meer op tuinonderhoud en aanlegwerken. Je neemt wel een aantal klanten mee, maar de omvang van de werken geeft een verschuiving in je doelgroep. Desondanks is het clienteel serieus verbreed. In het grondverzet zijn dit voornamelijk de grote wegenbouwers. Freeswerken doen we voor bosbouwers, landbouwers, fruittelers, tuinaannemers en particulieren. Het werkgebied voor het frezen strekt zich uit over heel België, tot zelfs een stukje Nederland en Noord- Frankrijk. Het is een specifieke stiel die ook kennis van zaken vraagt.’

TP: ‘Hoe bereik jij je klanten?’

Tim: ‘In het begin werk je vooral met mond-aan-mondreclame. Daarnaast werk ik geregeld samen met andere collega’s uit de bosbouw. Wanneer een werk dichter bij mij ligt, krijg ik wel die klanten doorgewezen. Omgekeerd doe ik dit natuurlijk ook. Als je zo elkaar kunt helpen groeien zonder in je eigen vingers te snijden dan komt die klant zelfs nog terug omdat je op dat moment in functie van de klant dacht en niet aan je eigen portemonnee. Ook genereren we veel klanten dankzij onze Facebookpagina, zeker die die verder van de deur wonen. De ‘volgers’ herkennen onze zwarte tractoren als we ergens aan het werk zijn, wat dan weer extra reclame is en regelmatig voor nieuwe klanten zorgt. De website probeer ik ook up-to-date te houden, al heb ik de laatste tijd wel de indruk dat via dit kanaal nieuwe klanten aantrekken niet echt meer aan de orde is.’

TP: ‘Voor welke diensten kunnen mensen bij jou terecht?’

Tim: ‘Op dit moment bestaat mijn hoofdactiviteit vooral uit het frezen en dit onder verschillende vormen. Ik werk onder meer met een bosfrees waarmee je voornamelijk gerooide percelen kunt opkuisen, bouw- en industriegrond bouwrijp maken en fruitplantages rooien. De diepfrees zet ik dan in om gerooide percelen klaar te maken om te planten of te zaaien, of plantages klaar te maken voor aanplanting.’

‘Recent heb ik hier nog een extra frees aangeschaft: een 6m-overtopfrees waar ook een zaaimachine opgebouwd is. Hiermee kan ik in één werkgang grasland herzaaien en geoogste percelen inzaaien met gras of groenbemester. In het voorjaar zet ik deze frees in om percelen met groenbemester of gras in 1 werkgang klaar te maken voor het zaaien van maïs of bieten of om aardappelen te planten. Ten slotte kocht ik nog een containerhaaksysteem waar ik zowel grondtransport op werven mee kan uitvoeren als landbouwtransport voor maïs, graan, witloof en aardappelen.’

TP: ‘Aan welk materieel kunnen we jou onderweg herkennen?’

Tim: ‘Enkele weken geleden mocht ik mijn tweede Black Beauty verwelkomen. Momenteel heb ik twee Fendt 900-tractoren. Voor het werk dat ik uitvoer, heb ik veel vermogen nodig en daar leent de 900-reeks zich perfect voor. Ik heb een zeer herkenbare huisstijl uitgebouwd met zwarte en grijze accenten. Hoe cleaner hoe beter. Stickers zal je dus niet zo snel tegenkomen. Voor het frezen hebben we een bosfrees van Cancela, een Prinoth-diepfrees, en de overtopfrees en woeltanden van Valentini. Het containersysteem is van het Nederlandse merk VGM.’

TP: ‘Vanwaar je keuze voor Fendt?’

Tim: ‘Ik heb altijd al een voorliefde gehad voor het merk Fendt. Van jongs af aan ben ik ermee opgegroeid waardoor het voor mij vertrouwd is. Op het gebied van rijcomfort en cabineruimte is er voor mij geen enkel ander merk dat in de buurt komt van de kwaliteit die je krijgt bij een Fendt. Althans, dat is mijn ervaring met de 900-serie. Over de andere merken kan ik mij momenteel nog niet echt uitspreken. Het is een enorm pluspunt dat je alle machinefuncties samen met je gps vooraf kunt programmeren. Hierdoor kan je alles bedienen met slecht één enkele knop en tijdens lange dagen maakt dat het werken wel echt gemakkelijk. Ook wanneer je de beslissing zou nemen om een andere te kopen is de inruilwaarde van een Fendt aanzienlijk hoger dan bij andere merken. Tenslotte heb ik bij mijn dealer Quintyn een zeer goede service wat de dag van vandaag met stip op nummer één staat. Wanneer je stilstaat, kan je niet werken. Maar ondertussen lopen de vaste kosten wel door natuurlijk. Soms kan je beter iets meer betalen bij aankoop dan voor het goedkoopste te gaan en achteraf op de blaren te moeten zitten.’

‘Voor de frezen ben ik afhankelijk van verschillende dealers en merken. Niet elk merk kan de gepaste machine aanbieden waardoor je geografisch al verder moet gaan zoeken. Dat maakt het wel moeilijker in mijn ogen en ergens ook spijtig. Als je over een dealer tevreden bent, ga je er ook graag terug. Dat creëert een goede verstandhouding. Indien je met een probleem zit of je hebt dringend onderdelen nodig is het makkelijker om één telefoontje te doen dan overal te moeten gaan rondbellen.’

TP: ‘Waar raak je al je machines kwijt?’

Tim: ‘Momenteel huur ik een loods niet ver van mijn woonplaats. Ikzelf woon in een wijk waardoor je al snel terechtkomt in een cultuur waar het vanaf 22 uur stil moet zijn. Als je tot laat werkt, kan het wel eens moeilijk zijn om je daaraan te houden. Het is dus wel de bedoeling om op termijn over een eigen loods te beschikken. Ik denk wel niet dat het in mijn huidige regio zal zijn. De prijzen staan hoog, zeker voor een loods die iets of wat opslagruimte heeft. Uitwijken naar een andere streek is misschien de toekomst. En vooral: een loods aan mijn huis hebben of waar ik toch rustig mijn ding kan doen.’

TP: ‘Is er interesse om in de toekomst nog extra personeel aan te nemen?’

Tim: ‘Als je de loonkost bekijkt, is extra personeel niet echt rendabel en vooral niet in deze sector. De dumpingprijzen in het grondverzet zorgen ervoor dat je er niets aan verdient als je er personeel op moet zetten. Voor mij is het interessanter om met mensen op zelfstandige basis te werken. Het freeswerk komt vaak met pieken. Die kan je op die manier opvangen, maar in rustigere periodes moet je niet kost wat kost achter werk gaan zoeken om iedereen bezig te houden.’

TP: ‘ Hoe zie je de toekomst voor de sector?’

Tim: ‘Het zal steeds moeilijker werkbaar worden vanwege de vele regels en (milieu)normen die men in de sector blijft opleggen. Bij het verkeersbeleid en vooral in het hervormen van de infrastructuur werd er amper rekening gehouden met landbouwmachines en tractoren. Tractorsluizen, verbodsborden, 3,5t-gewichtsbeperkingen en wegversmallingen … De wegen worden steeds smaller en kleiner terwijl de machines groter worden. Het is wel begrijpelijk dat constructeurs voor een klein land zoals België niet speciaal kleinere machines kunnen gaan bouwen.’

‘Je merkt ook dat er meer en meer politiecontroles op rijdend materieel uit de sector komen. Bij een eventuele overtreding staan de boetes en straffen niet in verhouding tot wat we verdienen. Deze verdienste gaat steeds kleiner worden aangezien je met kleine marges werkt. Ondertussen stijgen diesel en machines exponentieel in prijs, maar je eigen prijzen voor uitgevoerde diensten kun je amper verhogen.’

‘Ik ga meerdere keren per jaar op bezoek bij enkele Duitse collega’s. Daar zie je toch wel een andere manier van werken: er is meer waardering en meer respect voor het werk. Misschien iets waar de maatschappij en overheid in ons land nog iets van kunnen leren?’