Nieuwe regels inzake ‘buurtwegen’ in Vlaanderen! (Deel 1)

24 mei 2021

Over buurtwegen, trage wegen, voetpaden, gemeentewegen, enz… is er in de praktijk heel veel te doen, maar de wettelijke regels ter zake dateerden van 1841! Hoog tijd dus om deze materie te veranderen, wat ook gebeurde. Dit betekent dat we sinds 1 september 2019 te maken hebben met het ‘decreet houdende de gemeentewegen’ waarin de […]

Over buurtwegen, trage wegen, voetpaden, gemeentewegen, enz… is er in de praktijk heel veel te doen, maar de wettelijke regels ter zake dateerden van 1841! Hoog tijd dus om deze materie te veranderen, wat ook gebeurde.

Dit betekent dat we sinds 1 september 2019 te maken hebben met het ‘decreet houdende de gemeentewegen’ waarin de nieuwe regels vermeld worden! We zetten hier enkele belangrijkste punten uit deze nieuwe wetgeving op een rij!

Van ‘buurtwegen’ naar ‘gemeentewegen’!

Een eerste belangrijk punt is dat elke gemeente nog slechts één vorm van wegen zal hebben, nl.  de ‘gemeentewegen’. Er wordt dus sinds het nieuwe Gemeentewegendecreet geen onderscheid meer gemaakt tussen allerlei vormen van wegen (buurtwegen, gemeentewegen,…). Dit houdt in dat er geen sprake meer zal zijn van een ‘buurtweg’, maar alleen nog van een ‘gemeenteweg’. Alles wat te maken had met de wetgeving omtrent de ‘buurtwegen’ is verdwenen! Alle ‘gemeentewegen’ krijgen hetzelfde statuut en zullen onder de toepassing van dezelfde wetgeving vallen, nl het Gemeentewegendecreet! De wegen die vermeld stonden in de Atlas der Buurtwegen, vallen nu eveneens onder toepassing van dit decreet.

Volgens het nieuwe decreet is een ‘gemeenteweg’ een openbare weg die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond. Een ‘trage weg’ wordt gedefinieerd als een gemeenteweg die hoofdzakelijk bestemd is voor niet-gemotoriseerd verkeer.

Het doel van het Gemeentewegendecreet

Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren. Om deze doelstelling te realiseren, voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat gericht is op de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau en de herwaardering en bescherming van een netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

Aanleg, wijziging, verplaatsing en opheffing van gemeentewegen

Niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad. Dit houdt in dat alleen de gemeente kan beslissen of een gemeenteweg blijft bestaan, verplaatst of opgeheven wordt! Bij beslissingen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen wordt rekening gehouden met de hierboven aangehaalde doelstellingen.

De gemeenten leggen de ligging en de breedte van de gemeentewegen op hun grondgebied vast in gemeentelijke rooilijnplannen, ongeacht de eigenaar van de grond.

Grondstroken waarvan met enig middel van recht bewezen wordt dat ze gedurende de voorbije 30 jaar door het publiek werden gebruikt, kunnen in aanmerking komen als gemeenteweg.

De gemeenteraad die op eigen initiatief, of op grond van een verzoekschrift (dit kan ingediend worden bij de voorzitter van de gemeenteraad of bij het college van burgemeester en schepenen), vaststelt dat een grondstrook gedurende de voorbije 30 jaar door het publiek gebruikt werd, belast het college van burgemeester en schepenen met de opmaak van een rooilijnplan. De vaststelling door de gemeenteraad van een 30 jarig gebruik door het publiek, heeft van rechtswege de vestiging van een ‘publiek recht van doorgang’ tot gevolg.

Opgepast!

Belangrijk is dat indien de gemeente met betrekking tot een grondstrook al 30 jaar bezitshandelingen heeft gesteld waaruit de wil van de gemeente om eigenaar te worden van de wegbedding duidelijk tot uiting komt, dan is de gemeenteraad ertoe gerechtigd om de grondstrook op te nemen in het openbaar domein en dit zonder enige financiële vergoeding!

Wat bij niet gebruik van de gemeenteweg?

Artikel 14 § 1 van het decreet bepaalt dat gemeentewegen alleen kunnen opgeheven worden door een bestuurlijke beslissing en niet kunnen verdwijnen door niet-gebruik!

Onder de oude wetgeving op de buurtwegen werd gesteld dat de buurtwegen door geen verjaring konden verkregen worden zolang zij dienden tot het openbaar gebruik. Deze regel zorgde echter in de praktijk tot heel veel discussies en gerechtelijke procedures en werd dus door de nieuwe wetgeving van tafel geveegd!

Meent men dat een gemeenteweg niet meer gebruikt wordt, dan heeft eenieder het recht om een verzoekschrift in te dienen bij de gemeente waarin gemotiveerd wordt dat een gemeenteweg, of een deel ervan, getroffen is door een dertigjarig niet-gebruik door het publiek. Stelt de gemeenteraad op grond van dit verzoekschrift vast dat er sprake is van een dertigjarig niet-gebruik door het publiek, dan zal zij oordelen over de opheffing van de gemeenteweg (of een deel ervan). Ook hierbij zal zij rekening houden met de hierboven aangehaalde doelstellingen.

Wordt vervolgd!