Meten is weten

15 augustus 2015

We zagen in de Kempense zandgrond een uit de kluiten gewassen trekker met een machine erachter die je niet alle dagen ziet en die in geen verhouding tot de trekker stond. De combinatie was bezig met rechte lijnen te trekken in wat vorig jaar nog een veld met graszoden was en waarop dit jaar bieten […]

We zagen in de Kempense zandgrond een uit de kluiten gewassen trekker met een machine erachter die je niet alle dagen ziet en die in geen verhouding tot de trekker stond. De combinatie was bezig met rechte lijnen te trekken in wat vorig jaar nog een veld met graszoden was en waarop dit jaar bieten zouden gezaaid worden.

 

Van kortbij
Het niet-geïdentificeerd rijdend object met codenaam Veris MSP 3 is een machine die bodemstalen neemt. Niet meer op de oude manier van stalen verzamelen en in het labo binnendragen, nee het is een rijdend labo dat onmiddellijk de resultaten in kaart brengt. Elke 30 meter wordt er een bodemstaal genomen en door de machine geanalyseerd. Die gegevens gaan naar de computer in de trekker, die deze op zijn beurt dan nog eens doorstuurt naar de hoofdcentrale. De drie bodemvariabelen die in kaart worden gebracht, zijn de elektrische geleidbaarheid (EC), de organische stof (OM) en de zuurtegraad (pH).

Waarom op deze manier bodemstalen nemen?
De praktijk heeft uitgewezen dat er op verschillende plaatsen in één perceel vrij veel variatie kan zitten. Op sommige plaatsen is er een overschot aan bepaalde mineralen of voedingsstoffen terwijl er op andere plaatsen een tekort is. Door niet op een beperkt aantal plaatsen, maar homogeen verdeeld over het hele perceel de stalen te nemen, kunnen we kaarten maken die ons niet alleen aangeven hoe het met de bodem gesteld is, maar ook nog bijkomende info zoals de hoogtelijnen in het perceel, enz… De gegevens van deze ‘reliëfkaarten’ kunnen dan bv. een basis zijn voor nivelleringswerken.

Wie doet wat?
Agrometius of de loonwerker in opdracht ervan zorgt voor 5 betrouwbare bodemkaarten. De organische stof in %, de pH, de elektrische geleidbaarheid op een diepte tot 30 cm, elektrische geleidbaarheid tot op 90 cm en een reliëfkaart van het perceel. Om de gegevens die gemeten worden te ijken, worden er manueel nog enkele referentiestalen genomen.
De volgende stap is Agrifirm Plant (leverancier van meststoffen en bestrijdingsmiddelen) die op basis van de bodemkaarten die de Veris gemaakt heeft, een bemestingsadvies voorstelt. Een te hoge of te lage pH leidt altijd tot opbrengstverlies. Op basis van de gegevens uit de machine + het teeltplan van de boer, komt dan een teeltadvies: voor elk gewas is immers een specifieke bemesting vereist.
Bekalkingsadviezen is het eerste waar men aan denkt, maar het gaat verder: mineraalverschillen binnen het perceel door een wisselende pH en organisch stofgehalte van de bodem, zaai- en plantdichtheid op basis van de elektrische geleidbaarheid (soort bodem bv.), een opbrengstpotentiekaart enz. Percelen met een verschil in pH-waarde van bv. 0,7 punten zijn geen uitzondering en een goed advies kan resulteren dat er op de ene plaats 0,4 en op de andere plaats in hetzelfde perceel tot meer dan 3 ton kalk moet worden gestrooid. Op deze manier wordt er niet enkel zuiniger met de meststoffen en bodemverbeteraars omgesprongen, maar verhoogt ook de opbrengst omdat er juist wordt bemest in functie van het gewas.
De volgende logische stap in het proces is dat de loonwerker of landbouwer zich specialiseert in het plaatsspecifiek strooien van kalk of compost via gps.
De gegevens van deze kaarten kunnen ook over meerdere jaren gebruikt worden. De prijs van het staalnemen (150 euro/ha) wordt meerdere keren terugverdiend door besparing op meststoffen en door een verhoging van de opbrengst.

Elektrische geleidbaarheid (EC): kleinere bodemdeeltjes zoals klei hebben een betere geleiding dan grote zandkorrels. De sensoren op de machine brengen de bodemtextuur in kaart op basis van elektrische geleidbaarheid.
Organische stof (OM): is belangrijk voor de productiviteit van het gewas. de optische sensor onderaan het ‘zaai-element’ bepaalt het drogestofgehalte en deze gegevens kunnen een basis zijn voor bv. composttoediening.
Zuurtegraad (pH): deze kan dermate verschillen van plaats tot plaats –zelfs in hetzelfde perceel- en is sterk meebepalend voor de opbrengst. Elk gewas heeft zijn specifieke pH waarbij het het beste zal groeien.

Vooraan op de machine staan 6 schijven die de EC (elektrische geleidbaarheid) meten. De middelste 2 zenden een signaal uit; de 2 ernaast zitten er voor de zone van 0 tot 30 cm diepte en de buitenste vangen het signaal voor de geleidbaarheid van 0 tot 90 cm diepte op.
In het midden van de machine zit een optische sensor die een infraroodlicht uitzendt en waar de reflectie van de bodem wordt opgevangen.
Achterop de machine staat het bemonsteringsapparaat voor de pH. Het gaat hydraulisch op en neer en het verzamelde grondmonster (een soort worst) wordt aan de onderkant tegen de pH-meter gedrukt gedurende 10 seconden. Van daaruit worden twee pH-waardes naar de computer gestuurd die hier dan een gemiddelde uit berekent. Als het staal is gemeten, wordt de sensor met water schoon gespoten