In Verlée specialiseerde Grégory Deleau zich in de complete opvolging van biopercelen

9 december 2020
Christophe Daemen
Christophe Daemen en Etn Deleau

Het loonbedrijf van de familie Deleau ontstond onder de impuls van Joseph Deleau, de vader van Grégory. Door de jaren heen werd er steeds meer aandacht besteed aan de volledige opvolging van landbouwgrond voor rekening van grondeigenaars en akkerbouwers. Beetje bij beetje kwam het bioverhaal het aanbod aanvullen. Ondertussen is meer dan drie vierde van […]

Het loonbedrijf van de familie Deleau ontstond onder de impuls van Joseph Deleau, de vader van Grégory. Door de jaren heen werd er steeds meer aandacht besteed aan de volledige opvolging van landbouwgrond voor rekening van grondeigenaars en akkerbouwers. Beetje bij beetje kwam het bioverhaal het aanbod aanvullen. Ondertussen is meer dan drie vierde van het areaal overgeschakeld volgens de bionormen. We gingen Grégory begin november opzoeken om te kijken hoe bio en loonwerk hand in hand kunnen gaan.

Bio zit in de lift

Het loonbedrijf Deleau telt een aantal ‘historische’ bioklanten, die al circa 30 jaar geleden omschakelden. Het aantal ‘biogecertificeerde’ bedrijven is pas de laatste jaren snel gegroeid. Grégory: ‘Ik schat dat zowat 75% van mijn klanten ondertussen de omschakeling naar bio gemaakt heeft. Door de jaren hebben we ons dus logischerwijze sterk gespecialiseerd in deze nichemarkt. Omdat het in mijn ogen niet voldoende is om de ‘gangbare’ diensten aan te bieden, zijn we ook bezig met wat ik ‘onderzoek en ontwikkeling’ noem. Concreet proberen we regelmatig nieuwe dingen uit. Het kan bijvoorbeeld over een nieuwe machine of techniek gaan, maar ook nieuwe teeltmethoden. Onze sector blijft voortdurend evolueren en ik wil steevast op kop lopen wat innovatie betreft.’

Naast zijn bioklanten heeft Grégory Deleau nog een aantal klanten die volgens de principes van de gangbare landbouw werken. ‘Ook voor deze klanten willen we de beste service bieden. Mijn klantenbestand bestaat tegenwoordig uit ongeveer 75% grondeigenaars – we zitten immers in de ‘région des châteaux’ – en pakweg 25% landbouwers die bijvoorbeeld de voorkeur aan veeteelt geven en de werkzaamheden op het land uitbesteden. Het is bovendien een gezonde mix van klanten, waardoor de risico’s enigszins mooi gespreid zijn.’

Mechanisatie met respect voor de bodem

Alhoewel onze loonwerker een aanzienlijk areaal bewerkt, zijn de tractoren niet ‘oversized’. Grégory legt ons zijn keuze uit: ‘Bij alle werkzaamheden schenken we heel wat aandacht aan een optimale bescherming van de bodem. Het is de reden waarom we niet kiezen voor superzware tractoren. De recente 6155R-trekkers van John Deere zijn zo polyvalent dat we ermee kunnen zaaien en eveneens een mechanische onkruidbestrijding kunnen uitvoeren. Door hun veelzijdigheid draaien ze meer uren op jaarbasis en worden ze ook sneller afgeschreven.

We beschikken over de nodige grondbewerkingsmachines zoals een ploeg, schijven- en tandencultivatoren, zaaimachines, verschillende wiedeggen en schoffelmachines enzovoort. Verder hebben we een aantal maaidorsers en strooien we ook kalk. De meeste werkzaamheden worden ondersteund door rtk-gps waardoor we zo nauwkeurig mogelijk kunnen werken. Bij het schoffelen is dat uiteraard uiterst belangrijk.’

‘Een bijzondere machine is de hoge capaciteitssorteerder die we onlangs aangeschaft hebben. De bedoeling van deze machine is om verschillende teelten te sorteren zodat de landbouwer een meerwaarde krijgt voor zijn oogst. Ik denk bijvoorbeeld aan een mengeling triticale en erwten. Wordt deze zo geleverd, dan zal de landbouwer enkel de prijs van triticale krijgen. Als triticale en erwten apart geleverd worden, dan kan elk product optimaal gevaloriseerd worden. De sorteerder wordt zowel tijdens de oogst als later in het seizoen gebruikt. Verder dient deze ook om bepaalde loten, ik denk bijvoorbeeld aan gerst, te kalibreren of om geweigerde loten te ontdoen van kaf of onreinheden zodat ze toch kunnen vermarkt worden. Deze uiterst veelzijdige machine wordt ook ingezet bij klanten die verderaf wonen. Voor alle duidelijkheid: deze machine is niet bedoeld om zaaigraan te ontsmetten en te omhullen.’

Een volledige begeleiding bieden

Naast de veldwerkzaamheden op zich hecht Grégory ook veel belang aan een volledige begeleiding. Hij vervolgt: ‘We zijn een bevoorrechte partner voor deze grondeigenaars. We denken met alle partijen na over de teeltrotatie, maken samen keuzes en we helpen hen ook om de administratieve taken, zoals bijvoorbeeld de oppervlakteaangifte, in te vullen. We werken al geruime tijd met Isagri om alle percelen op te volgen. Op deze manier is het ook eenvoudiger, zowel voor ons als voor de klant, om een overzicht te houden van wat er allemaal gebeurd is, terwijl we de historiek per perceel ook eenvoudig kunnen raadplegen.

We factureren onze diensten en zij blijven volwaardige landbouwers. Als er bijvoorbeeld granen geteeld worden, zijn deze voor hun rekening geleverd en kiezen zij ook wanneer en onder welke voorwaarden ze dan verkocht worden.’

Daarnaast vindt Grégory het uiterst belangrijk om zich regelmatig bij te scholen, zodat hij op de hoogte blijft van de laatste ontwikkelingen. Daardoor is hij dan is hij dan beter in staat om zijn klanten-landbouwers optimaal te adviseren. ‘Door de brede waaier aan werkzaamheden die we uitvoeren bij onze klanten kan ik gerust stellen dat de percelen van dichtbij opgevolgd worden tijdens het seizoen. Ik mag zeggen dat we minstens één keer per week langsgaan. Hetzelfde geldt voor het dorsen. In de voormiddag doe ik altijd mijn ronde, zodat we de maaidorsers naar de meest geschikte percelen kunnen sturen. Het maakt tenslotte allemaal deel uit van onze dienstverlening.’

Blijven inzetten op kwaliteit

Als we Grégory Deleau vragen hoe hij de toekomst ziet, is hij van mening dat het geen zin heeft om onnodig te groeien: ‘We hebben werk genoeg en we willen blijven inzetten op de kwaliteit van onze werkzaamheden. Ik denk niet dat we in de toekomst een grotere oppervlakte gaan bewerken, tenzij een van de bestaande klanten bijkomende gronden overneemt natuurlijk. Wij willen ons verder blijven concentreren op kwaliteit en innovatie. Het aspect onderzoek en ontwikkeling spreekt me ook enorm aan. De laatste jaren hebben we bijvoorbeeld een aantal proeven opgezet om biologisch koolzaad of vlas te telen. De resultaten zien er veelbelovend uit, maar moeten nog verder op punt gezet worden vooraleer we deze teelten op grotere schaal gaan benutten. Tegelijk zijn we ook nieuwe teelten aan het testen, zoals bijvoorbeeld sorgo als vervanger voor maïs.’