‘Alle gewassen telen wij voor onze varkens’

25 augustus 2023
Dick van Doorn
Dick van Doorn

We hadden eind vorig jaar afgesproken in Alken. Op het erf van de familie Martens staat bij aankomst prominent een bedrijfswagen met CNG als brandstof. Ik vraag of de akkerbouwer van plan is om nog meer van deze ‘duurzame’ auto’s aan te schaffen. Martens: ‘Nee, zeker niet! Je betaalde destijds dan wel geen rijtaks, de […]

We hadden eind vorig jaar afgesproken in Alken. Op het erf van de familie Martens staat bij aankomst prominent een bedrijfswagen met CNG als brandstof. Ik vraag of de akkerbouwer van plan is om nog meer van deze ‘duurzame’ auto’s aan te schaffen. Martens: ‘Nee, zeker niet! Je betaalde destijds dan wel geen rijtaks, de prijs van CNG is de afgelopen tijd vervijfvoudigd. Bovendien is de wetgeving ondertussen ongunstiger geworden. Wij gaan er dus zeker geen volgende aanschaffen.’

Akkerbouwer en varkenshouder Gaston Martens uit Alken komt uit een echte boerenfamilie uit Hasselt. Net als zijn vrouw overigens. Zijn vrouw had haar twijfels, maar Martens zelf wilde altijd al boer worden. Toen Gaston zestien jaar was, stierf zijn vader, waardoor moeder Martens er opeens alleen voor stond met maar liefst zeven kinderen. Samen met de kinderen wist ze de boerderij nog één jaar te runnen, maar daarna moest de bedrijfsvoering worden gestopt vanwege de uitbreiding van de stad Hasselt. Eind jaren zeventig ontmoette Gaston Martens zijn vrouw, van wie de ouders een boerderij hadden aan de Leemkuilsstraat in Alken. Dat is momenteel de thuislocatie van het akkerbouw- en varkensbedrijf van familie Martens.

‘Steeds wat grond bijkopen’
De schoonouders van Martens hadden melkvee, zeugen, vleesvarkens en akkerbouw. Ook in die jaren stond de akkerbouw al in het teken van het produceren van het voedsel voor de eigen dieren. In 1983 trouwde Gaston Martens en ging hij samen met zijn vrouw de boerderij van zijn schoonouders runnen. Dat ging wel in stappen. In 1983 namen ze de helft van de boerderij over en in 1988, vijf jaar later, de rest. In die jaren hadden ze zo’n 15 hectare akkerbouw. De vrouw van Martens wilde geen boerin worden en ging carrière maken in de bankwereld. Ondertussen bouwde Martens zelf de boerderij van zijn schoonouders steeds verder uit. Als er hectares beschikbaar kwamen in de regio, dan kocht hij die bij. Vooral mooie akkerbouwgronden. De akkerbouwgrond bij familie Martens bestaat uit niet-erosiegevoelige zandleemgronden. Momenteel heeft de familie 45 hectare mooie akkerbouwgrond.

Het melkvee en vleesvee werd vanaf 2000 gaandeweg weg gedaan. Martens: ‘Ik ben geen rundveeman en verder hadden mijn vrouw en ik inmiddels vijf kinderen, dus vond mijn vrouw het rundvee ook te gevaarlijk.’

Door te stoppen met melkvee en vleesvee kwam er veel meer grond vrij voor akkerbouwproducten. Tot 2000 verbouwde hij vooral voederbieten, snijmais, tarwe en gerst; vier teelten die daarna werden vervangen door CCM en korrelmais. Een teeltplan dus gericht op vleesvarkens. De zeugentak is gericht op het produceren van kwalitatief hoogwaardig vlees voor de boerderijwinkel. Het aantal biggen per zeug is daarbij van ondergeschikt belang.

Wat de verkoop van het eigen varkensvlees betreft werkte Gaston Martens eerst samen met vier andere boeren in een coöperatie; in 2015 ging hij zijn eigen weg.  Martens: ‘Ook omdat de verpakkings- en transportkosten van het vlees te duur werden.

Het voordeel van alles in eigen beheer te hebben is ook dat wij alles van het varken verwaarden.’

Hij begon met de winkel in de oude koeienstal, maar inmiddels is het een moderne boerderijwinkel van 65 m2  met 260 m2 verwerkingsruimte en binnenkort een eigen slachtgedeelte van 210 m2. Het bedrijf heet officieel Hoeveslagerij Mattes & Martenshoeve.

‘Je verdient je boterham in de stal’
In die beginjaren gebruikte Martens vooral de tractoren en werktuigen van zijn schoonouders. Omdat hij druk was met de andere bedrijfstakken en zijn gezin in die jaren liet hij ook veel door de loonwerker doen. Ploegen was voor de loonwerker en zaaiklaar maken deed hij dan weer zelf. Kunstmest strooien deed hij zelf met een Vicon en de loonwerker reed de drijfmest uit. In 1983 bouwde hij een nieuwe vleesvarkensstal die volledig onderkelderd was, ook onder de vaste vloer van de afdelingen waar de varkens zaten. Martens: ‘Veel mensen vonden dit vreemd, maar ik had ergens gelezen dat dit verplicht zou gaan worden door de Europese mestuitrijregeling die op komst was. Dus op het moment dat die regeling er kwam, had ik de put er gelukkig al onder zitten.’

Om zelf een deel van de akkerbouwwerkzaamheden te kunnen verrichten kocht Martens in 1994 een tweedehands Ford 6600. Die ruilde hij na één jaar alweer voor een 6610. Na het veranderen van het teeltplan i.v.m. het wegdoen van het rundvee, bleef Gaston Martens volop beroep doen op de loonwerker. De reden hiervoor is dat Martens niet wilde lenen om tractoren en/of machines te kunnen kopen. Martens: ‘Mijn schoonvader zei altijd: je moet het in de stal verdienen, niet op het veld. En aan dat adagium houd ik mij nog steeds.’

‘Te licht voor 4-schaar’
Zijn eerste nieuwe tractor kocht de akkerbouwer in 2000, een New Holland TN85 D met 85 pk. Hij werkte amper vier jaar met de nieuwe tractor; 85 pk met 4-wielaandrijving bleek te licht voor de Lemken 4-schaarploeg die hij in 2005 kocht.

Hoe hij de twee tractoren die hij daarna kocht op de kop tikte in 2006 is best bijzonder. Martens: ‘Ik verkoop sporadisch ook hondenpups van onze grote Zwitserteven en een van de Nederlandse kopers ervan, had ook twee New Holland tractoren te koop staan.’ Een en een is twee en de akkerbouwer kocht ze allebei, een New Holland TN75 D met frontlader en een TS115 met 115 pk. Deze laatste tractor is voor de Lemken 4-schaar ploeg echt ideaal aldus Martens.

Samen met de twee New Holland tractoren van de Nederlander kocht de akkerbouwer in 2006 ook een tweedehands Sicma rotoreg van drie meter en een croskilette. In 2008 kocht hij een Vicon spuitmachine met 21 meter werkbreedte, waarmee hij vooral onkruid- en ziektebestrijding uitvoert. In 2017 kocht de Alkense akkerbouwer bij New Holland een TS125 A met maar liefst 125 pk. Samen met de splinternieuwe New Holland 4-schaar ploeg en de Rabe Toucan rotoreg een perfecte combi volgens Martens.

De loonwerkers waar hij mee samenwerkt, zijn loonwerker Knuts en Loonwerkbedrijf Nulens uit Hasselt. Martens: ‘Die mannen van Knuts zijn inmiddels rond de zeventig, maar komen hier nog steeds om loonwerk uit te voeren.’ Nulens oogst de korrelmais oogsten en het graan.

Meer akkerbouw, minder varkens
Als teelten heeft de akkerbouwer uit Alken op zijn 45 hectare akkerland tarwe, gerst, mais en sinds de herfst van 2021 ook winterveldbonen (4,5 hectare). Op een mooi perceel van vijf hectare wil Gaston dit najaar weer winterveldbonen inzaaien. In 2021 haalde hij zes ton winterveldbonen van de geoogste hectares en die liggen nu mooi in een kuil achter de boerderij als krachtvoer voor de vleesvarkens.

Je hebt in ons land natuurlijk een systeem waarbij bedrijven een label groen, oranje of rood krijgen, afhankelijk van de stikstofuitstoot van het desbetreffende bedrijf en Martens heeft een groen label. ‘Dus wij hebben nog geen probleem. In 2030 moeten wij wel 30% gereduceerd hebben t.o.v. 2015 (referentiejaar), maar ook daar hebben wij een oplossing voor. Wij gaan gewoon minder varkens houden.’ Hoeveslagerij Mattes & Martenshoeve gaat zoveel varkens houden als dat ze aan vlees verkopen in hun boerderijwinkel en op de markt. En op termijn gaan ze op de boerderij zelf slachten. Deze kleine slachterij is momenteel in aanbouw.

Als er gronden beschikbaar komen die geschikt zijn voor akkerbouw in de regio Alken, voor een redelijke prijs dan, dan gaat Martens deze zeker kopen. Momenteel vindt hij de prijzen per hectare aan de hoge kant, maar vorig jaar heeft hij nog wel vier hectare grond erbij gekocht. Het moet wel grond zijn die niet te ver van de thuislocatie ligt, de 45 hectare akkerbouwgrond van de familie ligt nu allemaal binnen een straal van zo’n twee kilometer rond de boerderij.

Zoon of medewerker

Volgens de schoonvader van Gaston Martens moest hij het vooral ‘in de stal verdienen.’ De zoons van Gaston verdienen het momenteel vooral in de winkel. ‘Eigenlijk ook in de stal, want onze winkel is in de vroegere stal ondergebracht,’ lacht Martens. Of zijzelf de akkerbouwwerkzaamheden gaan uitvoeren als vader Martens met pensioen gaat, is nog maar de vraag. Soms helpt een van de zoons wel mee met de akkerbouwwerkzaamheden, maar volgens vader Gaston zou een van de inmiddels tien medewerkers het bedrijf kunnen overnemen. ‘Een van de medewerkers helpt mij al en die heeft zichtbaar plezier in de akkerbouwwerkzaamheden,’ aldus Martens.

Zelfs de familie Martens ontkomt niet aan de veranderingen in de maatschappij en de actuele ontwikkelingen wat de energieprijzen betreft. Vandaar dat de winkels die zij hadden in Sint-Truiden en Hasselt onlangs moesten sluiten. Martens: ‘Enerzijds zijn de energieprijzen veel te hoog geworden en anderzijds hebben ‘mensen uit de stad’ te weinig voeling met korteketenverkoop en te weinig kennis van ambachtelijke vleesproducten. Dat maakt dat de appreciatie voor dergelijke producten ondermaats, al wordt vaak het omgekeerde beweerd.’

Wie een kijkje wil nemen op de site van Hoeveslagerij Mattes & Martenshoeve, kan naar: https://hoeveslagerijmattes.be