Loonwerkster met pit

14 september 2021

Meer en meer vrouwen vinden hun weg naar de landbouwsector. De ene wordt met de landbouwmicrobe geboren, terwijl de andere op een later moment haar leven helemaal omgooit. In augustus waren we te gast bij Agroservice Maes uit Rossem bij Meise. Het is niet evident om je mannetje te staan in deze wereld, maar Sonja […]

Meer en meer vrouwen vinden hun weg naar de landbouwsector. De ene wordt met de landbouwmicrobe geboren, terwijl de andere op een later moment haar leven helemaal omgooit. In augustus waren we te gast bij Agroservice Maes uit Rossem bij Meise. Het is niet evident om je mannetje te staan in deze wereld, maar Sonja Maes doet het al sinds 1988 met heel veel goesting, passie en vooral met vallen en opstaan. Want elke dag leren is hetgeen wat je als ondernemer sterker maakt.

TractorPower: ‘Hoe is het allemaal begonnen?’

Sonja Maes: ‘‘In 1988 trouwde ik met mijn ondertussen ex-man en kwam ik terecht in de wereld van het loonwerk. Hij groeide op bij zijn vader die loonwerker was en ik was de dochter van een tuinier. Op dat moment was het bedrijf gekend onder de naam Lauwers. In 1992 zijn wij met het loonbedrijf verhuisd naar de huidige locatie. Kort na de geboorte van mijn jongste zoon volgde een scheiding, waarbij wij de beslissing hebben genomen dat ik het loonbedrijf verder zou zetten.’

Sonja veranderde toen de naam naar Agroservice Maes. Tijdens de periode na de overname lag de focus vooral op het landbouwloonwerk, maar dat bracht veel drukte mee op het bedrijf. Na twee jaar intensief werken hakte zij de knoop door om bepaalde diensten te schrappen en andere net uit te breiden. De drukte was echt te veel, zeker als je zelf nog mee rijdt en nog jonge kinderen hebt om op te voeden. Vandaar de omschakeling naar het para-agrarische.

Para-agrarisch bedrijf

Sonja: ‘Onze taken bestaan uit het uitvoeren van drijfmest met onze eigen aanvoer. Daarnaast zaaien we maïs die we dan dorsen en vervoeren. Verder zijn we gespecialiseerd in het vervoer van volleveldsgroenten: erwten en boontjes brengen we van het veld naar de plaats van verwerking. Aardappelen en witloof gaan dan weer van het veld naar de thuishaven van de klant. De suikerbieten transporteren we van het veld naar de suikerfabriek. Kortom, alles wat in een van onze beschikbare opleggers kan, vervoeren we met plezier. Ik heb gekozen om zo weinig mogelijk afhankelijk te zijn van externe transporteurs. Het werkt vlotter in eigen beheer voor het uitvoeren van de mest en tijdens de maïsoogst. En daar wilde ik met het bedrijf naartoe.’

TP: ‘Met welk rollend materieel zijn jullie onderweg?’

Sonja: ‘Het uitvoeren van drijfmest doen we met een Vervaet Hydro Trike-vijfwieler met een Evers-schijveneg en een graslandbemester van Schuitemaker. Voor de maïsoogst zetten we een CR van New Holland in. Het transport gebeurt met Volvo-trekkers, een recente walking floor van Kraker, citernes van Magyar, Jansky en Kässbohrer en kipper-opleggers van Stas. Om maïs te zaaien en als trekker voor de overlaadwagen hebben we een New Holland T7.250. Zoals bij de meeste loonwerkers is er altijd wel iets dat vervangen wordt of er extra bijkomt. Als ik vergelijk met enkele jaren geleden is het aandeel landbouwmachines sterk verminderd.’

Werkgelegenheid

Sonja: ‘Ons team bestaat uit een vijftal vaste medewerkers. Tijdens het drukkere seizoen werk ik af en toe met vaste freelancers. Daardoor heb ik een hecht team met dezelfde passie voor de landbouw. Wij streven naar een goed gevuld jaar waardoor de medewerkers zo goed als nooit op economische werkloosheid hoeven terug te vallen. Aanvankelijk reed ik zelf nog mee, maar omdat de volledige administratie helemaal op mij valt, schiet dat er meestal bij in. Ik ben de contactpersoon die steeds 24/24 bereikbaar moet zijn. Mijn gsm is mijn bondgenoot.’

TP: ‘Heeft de verandering in de sector ook bij jullie zaken in beweging gezet?’

Sonja: ‘De landbouwsector onderging een heleboel veranderingen. De wetgeving wordt strenger en specifieker waardoor je heel wat papierwerk moet rond hebben vooraleer je kan starten. De mestwetgeving is een vak apart en moet goed opgevolgd worden. We werken zowel met dierlijke als plantaardige mest. Om die reden heb ik een jaar geleden de beslissing genomen om een lagune aan te leggen waarin ik andere producten kan opslaan. Deze bodemverbeteraars kunnen wij buiten de uitrijperiode aanvoeren waardoor wij in het mestseizoen steeds voorraad hebben. De producenten zonder opslag zijn hiermee geholpen en wij hebben voorraad.’

TP: ‘Heb jij – net zoals de jonge boeren – problemen met het uitbreiden of het goedkeuren van vergunningen?’

Sonja: ‘Jammer genoeg wel. Het zijn niet enkel de jonge boeren, maar ook de bestaande bedrijven die het zwaar te verduren krijgen. Onze sector wordt als vervuilend en hinderlijk aangezien door de buitenwereld. Om een voorbeeld te geven. Ik heb mijn vergunning voor mijn lagune vlot verkregen bij de gemeente, waarna er enkele inwoners beroep hebben aangetekend. Doordat ik aan de hand van de verkregen vergunning toch beslist heb om te bouwen was het hek van de dam. Vorig jaar hebben we – door de extreme warmte – met een geurprobleem te maken gehad. Nog voor de eerste melding van geur waren wij al volop bezig om een biofilter te installeren. Deze werkt ondertussen optimaal en staat onder begeleiding van Olfascan.’

‘Mijn vergunning voor de lagune die de gemeente eerst had goedgekeurd werd onlangs terug afgekeurd door diezelfde gemeente. Verschillende voorwaarden zijn mij opgelegd tot in het absurde toe. Zo werd ik verplicht om een milieucoördinator te nemen en dat voor een klein loonbedrijf. Het resultaat? Torenhoge rekeningen, veel verloren energie om dan op het einde van de rit weer een weigering te krijgen. Op de duur vraag je je af waar het eigenlijk nog over gaat. Nadat we hier al 30 jaar gevestigd zijn, komen ze tot het besef dat er machines, tractoren en vrachtwagens rijden. Het valt mij op dat er een eigen verhaal onder de bevolking is ontstaan, een verhaal dat gebaseerd is op totale onwetendheid en mijlenver van de realiteit ligt. Enkele begripvolle dorpsgenoten zijn wel info komen vragen om te begrijpen waar het om gaat. Dit is geen alleenstaand probleem: ik verneem meer en meer van dat soort verhalen in onze sector.’

TP: ‘Dus sinds de bouw van de lagune zijn de problemen ontstaan?’

Sonja: ‘Inderdaad, wij zijn vorig jaar gestart met goede voornemens naar de buurt toe omdat er bezwaren waren door de mensen die in beroep waren gegaan. Na de lagune gedeeltelijk gevuld te hebben, kreeg ik van mijn eigen medewerkers de opmerking dat er in vlagen een mestgeur aanwezig was in een bepaalde straal rond de lagune. Ik heb dit zelf ook geconstateerd en ik heb onmiddellijk contact opgenomen met de bevoegde instanties om een oplossing te vinden en de geurhinder te beperken. Al snel waren buren elkaar via internet aan het opporren in plaats van mij persoonlijk aan te spreken. Het minste geurtje in de buurt doet letterlijk alle neuzen in de richting van Agroservice draaien. We zitten hier in agrarisch gebied waar in het mestseizoen alle landbouwers hun velden bemesten. Sommige buren zitten in hun tunnel waardoor ze het onderscheid niet meer kunnen maken. Als je constant met de vinger wordt gewezen en het is onterecht, dan heb je dat na een tijdje ook wel gehad hoor.’

De biofilter

TP: ‘Hoe werkt deze biofilter?’

Sonja: ‘In eerste instantie volledig milieuvriendelijk. De lagune heeft ontluchtingen die via slangen met de filter zijn verbonden. De slangen komen allemaal samen in een centrale leiding die op de filter is aangesloten. Deze laatste bestaat uit een container die gevuld is met boomwortels, schors, kokos en een toplaag met fijne schors. Op de container staan sprinklers want om de bacteriën in leven te houden is het belangrijk om continu te bevochtigen. Dit wordt een biofilter genoemd naar de actieve bacteriën die automatisch ontstaan in de filter. Voor de overheid staat dit beschreven als de BBT (Beste Beschikbare Technieken). Zoals eerder gezegd gebeuren er geregeld metingen en heb ik een contract met Olfascan, dat de controle van de goede werking opvolgt.’

De meest recente meting gaf het volgende aan: ‘Volgens de sensorische analyse werkt de biofilter optimaal. De geur wordt over het algemeen als zwak, neutraal en niet hinderlijk ervaren. Omschreven als bosgrond, houterig en compost.’

Sonja: ‘Het doet mij deugd te zien dat enkele buren de verandering al hebben opgemerkt en dit ook aangeven. Bij mijn weten ligt er in Vlaanderen geen enkele lagune bij loonwerkers die met een filter is uitgerust.’

TP: ‘Door de plaatsing van de lagune kunnen jullie dus efficiënter werken dan vroeger?’

Sonja: ‘Vroeger werden verschillende mestzakken ‘s nachts aangevuld en ‘s avonds leeggereden. We hebben onze verplichte rij- en rusttijden waardoor we tijdens het uitrijseizoen na de aanvoer op lange afstand nog extra kunnen aanvoeren uit de lagune. Hierdoor gaat het rendement van de drijfmestinjecteur omhoog. Bij lange afstanden hebben we niet meer de mogelijkheid om nog een transport te doen. Door de lagune gaan we nu heel het jaar door mest ophalen. Doordat we dit buiten het seizoen kunnen doen, brengt dit ook weer werkgelegenheid mee in de dode momenten. De lagune zorgt voor een gespreide aanvoer.’

TP: ‘Merk je daarmee dan op dat de omgeving veranderd is?’

Sonja: ‘We leven in een maatschappij die weinig tot niets meer kan verdragen. Op een of andere manier heb ik het gevoel dat er enorm neergekeken wordt op mensen uit onze sector. Maar ze vergeten wel dat wij zorgen voor het stuk vlees op hun bord, de suiker in de koffie en de patatjes in de frituur. Van mij mogen ze gerust hier alles volplanten met bomen, maar gaan ze die dan opeten?’

TP: ‘Hoe kijk jij naar de toekomst?’

Sonja: ‘Met een beetje ongerustheid, net zoals onze jongere boeren. Een bedrijf rendabel houden is investeren en vooral verbeteren om alles vlotter en efficiënter te doen verlopen. We voelen ons in de steek gelaten door de gemeente, de overheid en vooral de naaste omgeving. Ook mijn chauffeurs hebben het zwaar te verduren gehad: met passie voor je job constant bekritiseerd worden is voor niemand plezierig, daar wordt niemand gelukkig van. Als chauffeur, boer of loonwerker verdienen wij respect en een beetje verdraagzaamheid.’