Kan de verpachter zich verzetten tegen bevoorrechte pachtoverdracht?

15 juni 2020
Solange Tastenoye

In heel wat gevallen zal de pachter in de praktijk zijn landbouwbedrijf overdragen aan een zoon of dochter. Dit hoeft zelfs niet te gebeuren met de toestemming van de eigenaar en daarom vragen velen zich af of de eigenaar zich tegen een bevoorrechte pachtoverdracht kan verzetten. Wat is een ‘bevoorrechte pachtoverdracht’ Indien de verpachter-eigenaar van […]

In heel wat gevallen zal de pachter in de praktijk zijn landbouwbedrijf overdragen aan een zoon of dochter. Dit hoeft zelfs niet te gebeuren met de toestemming van de eigenaar en daarom vragen velen zich af of de eigenaar zich tegen een bevoorrechte pachtoverdracht kan verzetten.

Wat is een ‘bevoorrechte pachtoverdracht’

Indien de verpachter-eigenaar van de pachtoverdracht op de hoogte wordt gebracht bij aangetekend schrijven binnen de drie maanden na de effectieve pachtoverdracht aan bijvoorbeeld een zoon of dochter van de pachter, dan spreken we van een ‘bevoorrechte pachtoverdracht’ (art 35 PW).

De verpachter die kennisneemt van een bevoorrechte pachtoverdracht kan tegen de pachtvernieuwing opkomen. Hij kan zowel de vroegere als de huidige pachter binnen de drie maanden na de kennisgeving van de overdracht dagvaarden voor de vrederechter. Die gaat dan na of de redenen van verzet ernstig en gegrond zijn en of de verpachter zijn aangehaalde redenen van verzet ook effectief ten uitvoer zal brengen.

Welke zijn deze redenen van verzet?

Deze redenen van verzet zijn limitatief in de pachtwet opgesomd (art 37). Dit betekent dat er buiten deze redenen geen andere kunnen aangehaald worden. We geven hieronder een korte beschrijving van deze zes redenen van verzet.

  1. Een eerste reden die door de verpachter kan aangehaald worden, is het feit dat hij een geldige opzegging heeft gedaan vóór de kennisgeving van de pachtoverdracht.
  2. Als tweede reden van verzet wordt het voornemen van de verpachter aanvaard om het gehele verpachte goed binnen een termijn van minder dan vijf jaar zelf te gaan exploiteren of de exploitatie ervan over te dragen aan zijn echtgenoot, afstammelingen, geadopteerde kinderen, de kinderen van zijn echtgenoot of aan de echtgenoten van de voormelde afstammelingen of geadopteerde kinderen.
  3. Een derde reden is het uiten van zware beledigingen of daden van kennelijke vijandigheid van de overnemer tegen de verpachter of tegen leden van zijn familie die onder zijn dak wonen. Wel is het zo dat de beledigingen moeten uitgaan van de overnemer. Is het de overlater die zich schuldig maakt aan deze beledigingen, dan is het verzet ongeldig.
  4. Een volgende reden is de veroordeling van de overnemer wegens daden die het vertrouwen van de verpachter aan het wankelen kunnen brengen of die de normale betrekkingen tussen de verpachter en zijn nieuwe pachter onmogelijk kunnen maken. Ook hier moet het gaan om een veroordeling van de overnemer en niet van de overlater.
  5. Een vijfde reden is het gemis aan beroepsbekwaamheid (bv. fysieke onbekwaamheid) of het feit dat hij niet over de nodige materiële middelen beschikt om het verpachte goed behoorlijk te exploiteren. Het gebrek aan een van deze twee middelen kan op zich al genoeg zijn om het verzet geldig te verklaren.
  6. Een laatste reden van verzet is het voornemen van een openbaar bestuur (of een publiekrechtelijke rechtspersoon) dat het betrokken goed heeft verpacht om het binnen een termijn van minder dan vijf jaar aan te wenden voor doeleinden van algemeen belang. Dit houdt in dat het bestuur het goed zelf aanwendt voor de bestemming van algemeen belang.

Een eigenaar kan al deze redenen van verzet aanhalen indien hij niet akkoord gaat met de bevoorrechte pachtoverdracht.

En wat in Wallonië?

Sinds 1 januari 2020 zijn nieuwe pachtregels van toepassing in Wallonië. De hierboven aangehaalde verzetsredenen zijn er nog steeds van toepassing, maar aangaande de bevoorrechte pachtoverdrachten werden wel 2 nieuwigheden ingevoerd:

  1. De pachtvernieuwing bij de bevoorrechte pachtoverdracht vindt in Wallonië enkel plaats als ofwel:
  • de overnemer houder is van een studiegetuigschrift of diploma in een landbouwrichting;
  • de overnemer sinds minstens één jaar een cursus volgt met het oog op het behalen van een studiegetuigschrift of een diploma;
  • de overnemer landbouwer is of is geweest tijdens minstens één jaar in de loop van de laatste 5 jaar.
  1. Wanneer de verpachter zijn wens te kennen geeft om de verpachte goederen te vervreemden, kan er geen bevoorrechte overdracht plaatsvinden binnen de 9 maanden na deze kennisgeving.

Wanneer de vervreemding niet binnen die periode van 9 maanden wordt uitgevoerd, of tenzij de partijen hiermee akkoord gaan, kan de verpachter pas opnieuw gebruikmaken van deze regeling na het verstrijken van een periode van 3 jaar, die ingaat na het verstrijken van de periode van negen maanden.