Julien Goffin … Service agricole & forestier

19 oktober 2020

Julien Goffin en zijn broer David baten een melkveebedrijf met gedeeltelijke melkverwerking uit in Born, een deelgemeente van Amel ten zuiden van Malmedy. Terwijl David zich op het vee richt, is Julien begonnen met loonwerk voor land- en bosbouw. Cyntia Neissen, de vriendin van Julien, is met een ‘Hofmolkerei’ begonnen en verwerkt een gedeelte van […]

Julien Goffin en zijn broer David baten een melkveebedrijf met gedeeltelijke melkverwerking uit in Born, een deelgemeente van Amel ten zuiden van Malmedy. Terwijl David zich op het vee richt, is Julien begonnen met loonwerk voor land- en bosbouw. Cyntia Neissen, de vriendin van Julien, is met een ‘Hofmolkerei’ begonnen en verwerkt een gedeelte van de melk tot flessenmelk en yoghurt.

Boerderij

David Goffin begon in 2006 met de boerderij. Het was een hoeve waar hij als jonge gast af en toe een handje ging toesteken. Toen de boer daar besloot te stoppen, nam hij het bedrijf over en werkte hij nog verder vanop die plaats. Ondertussen kwam ook zijn broer Julien mee in het bedrijf. In 2016 kochten zij een stuk grond op locatie om er de huidige stal annex loonbedrijf en hofmelkerij op te bouwen.

Einde 2018 was de nieuwe stal op de huidige locatie klaar. Op het moment van ons bezoek was men net bezig om een machineloods en een sleufsilo te bouwen. Deze twee projecten zouden dit najaar afgerond moeten zijn.

Met de Lely-robot worden de koeien 2,7 keer per dag gemolken. De veestapel bestaat uit Holstein-zwartbont en -roodbont en Zwitsers bruinvee, in een verhouding van 50/50. Volgens Julien is er bij Holstein te veel inteelt omdat er al zoveel mee gekweekt werd. Bij Zwitsers bruinvee is dat veel minder het geval. Naar eigen zeggen zetten ze hier in op grote, robuuste koeien en minder op liters. Op dit moment is de gemiddelde melkproductie circa 8.000 liter, een cijfer dat ze op 10 jaar op een stabiele wijze naar 9.000 willen krijgen.

Op het bedrijf staan 2 Lely-melkrobots. Deze zijn tweedehands gekocht, door Lely opnieuw in orde gezet en melken nu ongeveer 110 van de 130 melkkoeien. In totaal zitten er 240 stuks vee. In het rantsoen zitten haver, wikke, zonnebloemen, gehakselde erwten en wintertriticale.

Met de Lely-robot worden de koeien 2,7 keer per dag gemolken.

Het bedrijf telt 90 ha blijvend grasland, 12 ha akkerbouwgewassen en 12 ha tijdelijk weiland. Op dit moment wordt er nog 200 ton maïs gekocht, maar de gebroeders Goffin willen dit op termijn ook zelf gaan telen. Verder verwerken ze 350 ton GPS (Ganzpflanzensilage) voor hun eigen bedrijf. De 1e en 2e snede gras gaan in de silo. Van de 3e en volgende snedes worden ronde balen gemaakt.

In de nieuwe stal wil men binnenkort de mestschuiver vervangen door een robot. Het stro moet wel heel kort zijn om deze manier van werken goed te laten verlopen. Op deze locatie kunnen ze 2.400 m3 drijfmest stockeren en op de oude locatie nog eens 600 m3. In de zomer wordt het rantsoen, dat bestaat uit een 1e of 2e snede gras, aangevuld met maïsmeel, luzerne en bierdraf. In de winter komen er GPS en maïs bij.

Omzeggens alle weiland sluit bij de boerderij aan. Het verste perceel ligt op 2 km. Van november tot maart komen de koeien niet buiten bij veel regen of sneeuw. Wel worden ze af en toe eens buitengelaten om de hoeven te onderhouden. De druk op de landbouwgrond is niet te hoog. Uitbreiden is dus mogelijk, want het aanbod landbouwgrond blijft op een natuurlijk niveau. Als er een oudere boer stopt, dan wordt de grond vlot doorgegeven.

Cyntia, de vriendin van Julien, startte in 2018 met de ‘hofmelkerij’. In tegenstelling tot het loonbedrijf, waar er bij voorkeur tweedehandsmachines gekocht worden, kozen Julien en zijn vriendin hier voor nieuwe machines. Dat is deels om met laatste stand van de technologie mee te zijn, maar was deels ook om een lening bij de bank te kunnen krijgen om de ‘melkerij’ op te starten. Om krediet te geven waren de banken geen voorstander van gebruikte machines. Om zich te informeren over de machines voor de melkverwerking gingen Julien en Cyntia naar de Anuga-voedingsbeurs in Keulen. Cyntia volgde de nodige cursussen melkverwerking, waardoor ze dit stukje boerderij dichter bij de mensen kan brengen.

Om de zaken duidelijk van mekaar te scheiden en alles vergunningstechnisch vlotter te laten verlopen, werd er gekozen om de melkerij in een container onder te brengen.

Het grootste deel van de melk gaat naar de coöperatieve Arla,een ander deel wordt naar de hofmelkerij gebracht en daar eerst gepasteuriseerd. Dit wil zeggen: gedurende 2 tot 3 seconden verhit tot 72°C. Op deze manier worden alle gevaarlijke kiemen gedood en kan de melk iets langer worden bewaard dan gewone rauwe melk. Gepasteuriseerde melk is 10 tot 15 dagen houdbaar, rauwe melk maximum 2 dagen. Dan wordt ze gehomogeniseerd. Dat betekent dat de vette bestanddelen van melk (melkvet) en de waterige bestanddelen tot een emulsie worden gemengd. Dit gebeurt door de melk onder hoge temperatuur en druk door een zeef met zeer kleine gaatjes te persen zodat kleinere vetbolletjes ontstaan. Hoe kleiner de vetbolletjes, hoe langer het duurt tot de room uiteindelijk toch weer boven komt drijven. Het homogeniseren wordt gecombineerd met de temperatuurbehandeling die de melk ondergaat. Daarna ondergaat de melk een aantal bewerkingen in functie van het product dat men er achteraf wil uit maken.

Melk verwerken is een leerproces

Ten huize Goffin wordt er melk op flessen, chocomelk en natuur- en vruchtenyoghurt gemaakt.Aan de gepasteuriseerde en gehomogeniseerde volle melk worden gezonde bacteriën toegevoegd om het ‘verzuringsproces’ op te starten. Zo ontstaat na enkel uren de natuuryoghurt die dan in kleine bekers verpakt wordt. De machine die de potjes met yoghurt vult, kan tot 1.500 bekers per uur vullen als alles afgesteld geraakt zoals de theorie het voorschrijft. Dat laatste is nog wat zoeken, want het blijft nu eenmaal techniek.