Heeft gepensioneerde pachter nog wel voorkooprecht?

26 augustus 2020

Het voorkooprecht zorgt in de praktijk voor veel problemen. Niet alleen wordt het dikwijls miskend om allerlei redenen, maar in veel andere gevallen gaat het om het voorkooprecht van een gepensioneerde pachter. Dit voorkooprecht ligt al lang onder vuur. En daar komt nu nog bij dat de Pachtwet geregionaliseerd werd en er sinds 1 januari […]

Het voorkooprecht zorgt in de praktijk voor veel problemen. Niet alleen wordt het dikwijls miskend om allerlei redenen, maar in veel andere gevallen gaat het om het voorkooprecht van een gepensioneerde pachter. Dit voorkooprecht ligt al lang onder vuur. En daar komt nu nog bij dat de Pachtwet geregionaliseerd werd en er sinds 1 januari 2020 nieuwe regels ter zake zijn in Wallonië. We zetten de momenteel heersende regels in beide landsgedeelten op een rij.

Wat in Vlaanderen?

In Vlaanderen blijft alles nog bij het oude. Opdat een landbouwer/pachter onder toepassing van de Pachtwet valt, is het in de eerste plaats noodzakelijk dat hij een landbouwbedrijf uitbaat in de zin van de Pachtwet. Of hij dit halftijds of voltijds doet, doet niets ter zake. Dit houdt in dat de pachter ook alleen maar aanspraak kan maken op zijn voorkooprecht onder diezelfde voorwaarde. Eens een pachter stopt met zijn landbouwbedrijf, stopt ook het toepassingsgebied van de Pachtwet en zal hij geen recht meer hebben op zijn voorkooprecht.

Maar … indien de pachter de pensioenleeftijd heeft en toch nog altijd een landbouwexploitatie uitbaat in de zin van de Pachtwet, dan nog blijft hij de voordelen van de Pachtwet genieten. Het is dus niet omdat iemand de pensioenleeftijd bereikt heeft, dat hij dan ook automatisch deze voordelen verliest!

Artikel 52 van de Pachtwet voorziet echter een aantal gevallen waarin de pachter geen voorkooprecht heeft. Een van deze gevallen is de situatie waarbij het pachtgoed niet zelf door de pachter geëxploiteerd wordt, noch door zijn echtgenoot, zijn afstammelingen of aangenomen kinderen, die van zijn echtgenoot, of door de echtgenoten van de voormelde afstammelingen of aangenomen kinderen.

In de praktijk gebeurt het vaak dat de pachter eigenlijk geen landbouwbedrijf meer uitbaat omdat hij met pensioen is, maar het pachtgoed laat gebruiken (in onderpacht) door iemand anders. In dat geval zal artikel 52 van toepassing zijn, omdat de pachter zelf het pachtgoed niet exploiteert. Daar komt bij dat ook de onderpachter geen voorkooprecht heeft.

Wat nu met het voorkooprecht van de gepensioneerde pachter in Wallonië?

Na de wetswijzigingen in Wallonië die sinds 1 januari 2020 van kracht zijn, is de regel van artikel 52 van de Pachtwet ook in Wallonië nog van toepassing. Alleen wordt hier nog de ‘wettelijk samenwonende’ aan toegevoegd.

Maar … er wordt wel een nieuwe regel aan toegevoegd, namelijk dat er geen voorkooprecht is ‘als de pachter de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt, een rust- of overlevingspensioen krijgt en geen enkele van de personen vermeld in artikel 34 (dit zijn: zijn afstammelingen, aangenomen kinderen, de kinderen van zijn echtgenoot of van zijn wettelijk samenwonende, de echtgenoten van de voormelde afstammelingen of aangenomen kinderen, de wettelijk samenwonenden van de voorvermelde afstammelingen of aangenomen kinderen) kan aanduiden als degene die zijn exploitatie kan voortzetten’.

  • Concreet betekent dit dus dat de pachter geen voorkooprecht meer heeft indien:
    Hij de wettelijke pensioenleeftijd heeft;
  • Hij een pensioen geniet;
  • En hij geen bevoorrechte familieleden (zie hierboven) kan aanduiden die zijn exploitatie zullen verderzetten.

Wegens de strenge privacyregels kon de verpachter niet achterhalen of zijn pachter al dan niet een pensioen genoot. Daarom heeft men in Wallonië nog een nieuwe regel toegevoegd waardoor dit wel mogelijk wordt. Het nieuwe artikel 57bis stelt dat vanaf het ogenblik waarop de pachter de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt, de verpachter aan de pachter kan vragen of hij een rust- of overlevingspensioen geniet. Dit moet per deurwaardersexploot of via een aangetekende brief. Als de pachter niet binnen de twee maanden na deze vraag bewijst dat hij nog steeds bedrijvig is en geen rust- of overlevingspensioen geniet, of als hij geen persoon bedoeld in artikel 34 (zie hierboven) aanduidt als de persoon die zijn exploitatie voort kan zetten, wordt hij geacht een rust- of overlevingspensioen te genieten.

Dit alles betekent dat onder de bovenstaande voorwaarden de pachter zijn voorkooprecht kan verliezen en dit voor verkopingen die plaatsvinden in Wallonië vanaf 1 januari 2020.

Opgepast!

Zowel in Vlaanderen als in Wallonië is er ook nog artikel 8bis. Dit artikel stelt dat indien de pachter na het bereiken van de pensioenleeftijd een rust- of overlevingspensioen geniet en onder de in artikel 34 vermelde personen niemand kan aanwijzen die eventueel zijn exploitatie kan voortzetten, de verpachter dan een einde kan maken aan de pacht om zelf het verpachte goed geheel of gedeeltelijk te exploiteren of de exploitatie ervan over te dragen aan zijn echtgenoot (en voor Wallonië: aan zijn wettelijk samenwonende), aan zijn afstammelingen of aangenomen kinderen, aan die van zijn echtgenoot (en voor Wallonië: aan de wettelijk samenwonende) of aan de echtgenoten (en voor Wallonië: wettelijk samenwonenden) van de voormelde afstammelingen of aangenomen kinderen.

Nieuw in Wallonië is dat men hieraan toevoegt dat de personen bedoeld in artikel 34, opgegeven door de pachter, zelf de in pacht gekregen gronden moeten exploiteren in een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf de opzegging. Bij gebreke daarvan kan de verpachter zonder opzegging een einde maken aan de pacht!